Getuigenis

Ik angst

Leven met een angststoornis, daar moet je moedig voor zijn.

Ik angst

Ik ben een heel normaal meisje, tot ik bevangen word door een paniekaanval. Dat is hoe ik elk gesprek zou willen beginnen. Maar ik heb altijd een bloedhekel gehad aan kinderen die met allerlei smoesjes aankwamen nog voor het spel begonnen was. Dus speel ik het spel zonder excuses. En ik doe dat goed. Vorige week werd ik geïnterviewd in het kader van succesvolle vrouwen. Voor de fotoshoot werden mijn lippen rood gekleurd. Succes is rode lippen. Na een paniekaanval is mijn gezicht kleurloos, alsof het leven tijdelijk uit me weggeslopen is. Maar zo heeft geen mens me ooit gezien. De deur zit dan op slot en ik haal de batterij uit mijn gsm.

Eerst had het monster geen naam. Ik lag op bed en ik dacht: Hé, ik voel me raar. Misschien iets verkeerds gegeten. Als ik niet beweeg en niet denk, dan komt het vast goed. Rond een uur of drie werd ik wakker. Niet traag, met knipperende oogleden, maar alsof ik met het geweld van een lawine naar beneden was gekomen. Ik herkende noch het bed, noch mezelf. Platgewalst klinkt te poëtisch. Donder in je darmen, een hart dat bonkt alsof het eruit wil, een hoofd van wolken. Ken je het sprookje van de erwt? Die erwt, dat is hoe ik me dan voel. Platgedrukt onder een stapel muffe matrassen. Elke matras staat voor een resem versmachtende gedachten die zich opstapelen. En nergens in de lucht zit adem. Ik ga dood, dat is de dodelijke gedachte waardoor de stapel instort.

Angst is een basaal overlevingsmechanisme, als reactie op een specifieke prikkel, zoals pijn of gevaar. Maar als er geen wezenlijk gevaar is, dan is er sprake van angst met een staartje: een angststoornis. Dat legde de therapeute me uit. Het monster had nu een naam. Maar ik ben schrijfster. Ik wilde het kunnen beschrijven. Zo goed tot iedereen het zou begrijpen. Met begrip kunnen planeten en diersoorten gered worden.

Je bent bang dat je je ogen open zult doe en dat de angst er al zal zijn. Surprise!

Wij hebben thuis een tijdje last gehad van een confetti. Eentje maar. Hij lag op het tapijt en ik had hem opgezogen met de stofzuiger. De volgende dag was hij er weer. Blauw was hij en hij lag op de tafel deze keer. Ik gooide hem door het raam naar buiten. Een paar uur later was hij er opnieuw, binnengewaaid meende ik. Ik nam hem op met mijn natte wijsvinger en slikte hem door. De volgende keer lag hij in mijn bed. Later bleek dat mijn dochter er elke dag eentje perforeerde. Het was een spel. Een belachelijk spel, maar kinderen moeten ze spelen, willen ze wat opsteken waar ze later wat mee aan kunnen.

Die confetti leek het perfecte beeld om mijn angsten te omschrijven, met dat verschil dat ik me nog geen paniekaanval zie doorslikken. Ook een angst duikt overal op, waardoor je op een bepaald moment het vertrouwen verliest. Je bent bang dat je je ogen open zult doe en dat de angst er al zal zijn. Surprise! Dat is het punt waarop angst angst voor de angst wordt. Drie keer hetzelfde woord in één zin. Goed bezig, Taveirne! Maar het is zoals het is. De angst is dan overal. Als onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkende voorwerp. Het kan zelfs als werkwoord. Ik angst, jij angst, hij angst. Maar vooral: ik angst. De anderen schijnen er niet zo’n last van te hebben.

Vrijheid. Het was mijn woord, mijn levensdoel. Maar mijn eigen psyche vond het wat veel en besloot er de rem op te zetten. Soms is de Colruyt al een uitdaging, want wat als het daar plots opkomt, gewoon bij de proevertjes van de slagerij. Op de snelweg krijg ik klamme voeten als ik woorden als remafstand voorbij zie flitsen. En als iemand me mee uit eten vraagt, dan bezin ik me al op een ontsnappingsplan. Treinen zijn er om te ontsporen en ik ook. Dat is het laatste wat ik denk als de treindeuren zich zuchtend achter me sluiten.

De angstproblematiek is, na depressie en verslaving, de grootste stoornis geworden, met faal- angst en sociale angst als toppers.

Sinds kort bel ik geen etentjes, weekends of uitstapjes meer af, ik zeg gewoon dat ik een angststoornis heb. Soms wordt het even stil aan de andere kant van de lijn. Jij? De etentjes, weekends of uitstapjes zijn niet makkelijker geworden, maar sinds ik het monsterlijke woord in de mond durf te nemen weet ik wel dat ik niet alleen ben. Ik blijk zelfs opvallend veel lotgenoten te hebben. Het zijn vaak mensen die het ondanks het blok aan hun been best ver hebben gebracht. En het is echt nergens aan hen te zien. We zijn met veel, volgens Paul Verhaeghe zelfs met steeds meer. Als psycho-analyticus legt hij de link tussen ons neoliberale maatschappijmodel en de problematieken die onze zieltjes omroeren.

De meeste problemen, zo blijkt ook uit ons grootschalig onderzoek, zijn nu gekoppeld aan sociaaleconomische omstandigheden. Vooral depressies en angststoornissen zijn exponentieel gestegen. Eén op de tien Belgen neemt antidepressiva. De angstproblematiek is, na depressie en verslaving, de grootste stoornis geworden, met faal- angst en sociale angst als toppers. In het veilige Westen voelen we ons bijna banger dan in Afghanistan. Waarom? We groeien op in een omgeving die niet alleen prestatiegericht is, maar ook zeer competitief. Je moet niet alleen winnen, maar ook winnen ten opzichte van de anderen. Wij zijn in wezen sociale dieren, maar de natuurlijke sociale verbanden worden doorbroken omdat we de anderen nu als concurrenten moeten zien. En dat maakt ons angstig.

Het spel willen winnen zonder het inzetten van jokers, blessures en excuses. Het is wat we geleerd hebben op school en later op de werkvloer. Slagen. Punten scoren. Likes. Ik beken, ik ben er altijd gevoelig voor geweest. Hoe verklaar je anders dat ik ooit zonder schoenen over de finish ben gesprongen. Ik weigerde aan een hardloopwedstrijd mee te doen op lelijke sportschoenen en het kwam niet in me op om terug te keren toen mijn hippe laarsjes zich hadden vastgezogen in de modder. Ik was eerste, maar ik was wel mooi mijn schoenen kwijt. Nu zou ik het niet meer doen, ten koste van mijn schoenen willen winnen. Ik zou het ook niet zo erg meer vinden om op sportschoenen te verschijnen. Ik weet eindelijk dat er altijd mooiere meisjes zullen zijn. Dat is misschien mijn grootste overwinning van de afgelopen jaren. Om dat te vieren heb ik fluo-veters gekocht voor mijn loopschoenen.

Er mag geen gedachte tussen vallen, anders vallen er gaten. In en uit. Het is als breien, denk ik.

De therapeut leert me opnieuw ademen. In en uit. Net als knutselboeken voor kinderen tussen 3 en 5 klinkt het makkelijker dan het is. In en uit. Er mag geen gedachte tussen vallen, anders vallen er gaten. In en uit. Het is als breien, denk ik. Probeer nu toch een keer niet te denken, dat denk ik ook. Geen gaten creëren. Want gaten, daar val je in. In en uit. In en uit.

De laatste paniekaanval dateert van deze zomer. Ik was in Amsterdam en de bedoeling was dat ik heel veel zou schrijven. Dat gebeurde niet. De hotelkamer werd plotseling luchtledig getrokken en ik zat er nog in. En ik wist het nummer niet van de ambulance in Nederland. De volgende dag was ik leeg. 48 uur had ik niks meer gegeten. Het was een dilemma: flauwvallen van de honger of eten en misselijk worden. Op de nachttafel lag een halve avocado. Het lentegroen was bruinig geworden. Met de plastic lepel die bij het plastic koffiekopje lag begon ik aan de eerste hap. De lepel brak.

Toen stuurde ik de eerste leugen de wereld in, in de vorm van een sms naar het thuisfront:

Hier alles goed! Ik zit in het zonnetje op het Spui.

Na het bericht besloot ik dat ik het moest kunnen. Het Spui, met zijn gezellige boekenmarkt. Ik zou het kunnen. De deken van me afslaan. Lippenstift opdoen. Deurklink naar beneden duwen. Hele lange gang. Gewoon de ene voet voor de andere zetten. In en uit.

Op het Spui zou weer adem zijn.

Schrijf je reactie

12 reacties
  • Pring says:

    Ik (60) ben vanaf mijn 25e een zenuwenlijder. Zeer beschermd opgevoed en niet opgewassen tegen deze harde hectische maatschappij. Is dat iets om je voor te schamen of misschien juist iets om trots op te zijn? Hyperventilatie- en paniekaanvallen gehad in een ver verleden. Nu: voor geen goud een trein of vliegtuig of lift in. Zwaar claustrofobisch. Ik vermijd drukte en steden en gezelschappen. Omdat ik overgevoelig ben (HSP ) komen alle geluiden ( ik ben dol op stilte) indrukken en emoties 100 % binnen. Ik heb geen oogkleppen en ben er inmiddels erg blij mee. Geen eelt op mijn ziel. Wat voor mij ook werkte, behalve situaties vermijden waar ik niet mezelf kan zijn, en hopelijk heeft iemand die dit leest daar iets aan : absoluut géén cafeïne/ theïne meer innemen. Zit ook in chocolade, dat weten weinig mensen. Voor veel mensen werken koffie/ thee/ chocolade namelijk als puur vergif. Veel water drinken! Ik ben blij met alle kleinschaligheid die ik heb mogen ontdekken door mijn ” handicap” . In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister? Het leven is mooi….vooral in al zijn eenvoud. Want wat stellen al die poeha en drukte en vaart der volkeren en erbij willen horen nou helemaal voor? Ik ontdek dagelijks nieuwe dingen in mijn achtertuin. Bij wijze van spreken. Ik gebruik verder alleen natuurlijke valeriaan (45 mg) en soms Bach rescue pastilles om mijn zenuwen de baas te blijven. Ik ben al tien jaar gelukkiger dan ooit. Overigens heb ik wel zelf een auto . Ik ga niet bij anderen in de auto vanwege mijn claustrofobie. Ik moet uit kunnen stappen als ik dat wil. Ken U zelve. Richt je leven in op de manier die jij prettig vindt, zonder je te storen aan wat er van je wordt verwacht!

  • Alexandra says:

    Terwijl ik de tekst las kwamen de tranen in mijn ogen, ik worstel ook al meerdere jaren van paniek-en angstaanvallen. Het begon heel sporadisch 1 à keer per jaar en meestal op de eerste dag van een vakantie. (andere omgeving) Later in het weekeinde na een zware werkweek (werk in een call center) met hevige diarree. Als ik ergens op restaurant zat had ik nog maar net gegeten en had ik al diarree…. Ik kreeg het verschrikkelijk warm en was achteraf uitgeput. Op het laatste ieder weekeind tot ik naar de psychiater werd doorverwezen ik was leeg…… Ben 1jaar en half thuis gebleven van het werk durfde zelfs geen trein meer te nemen. Het gaat momenteel op en af met mijn, laatst met Kerstavond heb ik ook zonder reden een aanval gehad dat mijn ouders naar huis zijn moeten gaan. Ik probeer me er een gedacht van te maken dat ik er mee moet leren leven. Sterkte voor iedereen!

  • L M says:

    Een krop in men keel en een tranendal, zo herkenbaar

  • Jos B. says:

    Ik heb daarnet geluisterd naar Hautekiet op Radio1.
    Het is allemaal zo herkenbaar.
    Ik heb een strijd gehad van vier jaar met verblijven in psychiatrische instellingen.
    Ik ben er uitgekomen met vallen en opstaan, maar het is tot hiertoe gelukt en het zal zo blijven,
    als ik mijn medicatie blijf nemen en niet telkens stop omdat ik me goed voel.
    Steek geen energie in mensen die dit niet begrijpen, je hebt toch alles, een huis met tuin, een goede vrouw, kinderen, kleinkinderen, werk,
    een goed loon, reizen maken. Waarom heb je angst en ben je depressief. WAAROM ???
    Dank je wel Lara, we staan er niet alleen voor.

  • Ontzettend herkenbaar allemaal, en o zo deugddoend om het neergeschreven te zien. Dankjewel Lara!
    Ik probeer deze namiddag naar het Place de le République te stappen, omdat ik het gevoel heb dat het moet, uit solidariteit, uit medeleven, mijn eigen angst overwinnend, stap voor stap, te beginnen met de lange gang.

  • Ann V. says:

    Zeer herkenbaar. Een paniekaanval is eigenlijk een acute vorm van hyperventilatie. Verkeerd ademen. Je krijgt teveel zuurstof binnen en ademt teveel koolstofdioxide uit waardoor je lichaam uit balans raakt met alle acute klachten van dien. Bij zo’n aanval denk je dat je dood gaat, terwijl dat zeker niet zo is.

    Ik ben een hyperventilatie-lijder, net als jij. (en vele anderen)

    In en uit inderdaad. Bedankt beste Lara, ik heb genoten van je mooi geschreven column!

  • B. says:

    Zo dapper, zo herkenbaar.
    Maar oh zo moeilijk om er en public over te communiceren.
    “Jij? Zo’n grappig, zelfzeker individu? Neen, dat kan niet!”
    Dus blijf ik, zeker in een professionele context, alles wegstoppen. 20j, inmiddels.
    In de leeftijdscategorie 23-25 dook er voor het eerst een spastisch colon (‘prikkelbare darm’) op. Bedankt voor de Duspatalin, dokter! We timmeren collectief verder aan onze carrières, 50-60u per week is toch niet overdreven? Overuren aangeven, met een brutoloon van 1600€?
    Gaan we zo beginnen?
    26j: een job met aanzien, “draag het imago van de firma uit”, strak in het dure pak, ver weg van wie ik ben. Hoezo, je voelt angst? Oefening baart kunst!
    “Dag dokter: in belangrijke meetings sterf ik, krijg ik weinig adem”.
    “Sociale fobie.”
    “Bedankt voor de Seroxat, dokter!”
    30j, feest?
    Crash. 2 maanden thuis, als verlamd. Langzaamaan volgt er een herstel. Er wordt hevig gesport, het adagium ‘mens sana in corpore sano’ indachtig.
    >30j: we ploegen verder, edoch de steile carrière botst op haar limieten. Intellectueel meer dan gemiddeld, qua ‘visibiliteit’ echter een onvoldoende. En laat nu net dit criterium een conditio sine qua non voor de volgende tredes.
    Cocaïne overwoog ik net niet. Moeizaam leg ik me neer bij mijn grenzen; ik dien een baas met minder inhoud, maar oh zo visibel.
    Inmiddels bots ik ook sportief op mijn fysieke grenzen, plots lukt er niks meer. Op.
    Ik zou deze boodschap al te graag delen met de wereld.
    Maar het huis dient afbetaald.

  • K.To says:

    Bedankt. Om de woorden te vinden die het gevoel kunnen omschrijven. Om het hier neer te pennen, bloot en kwetsbaar. Om ons hiermee allemaal een stem te geven. Bedankt.

    • Edwig D'Haese says:

      “Het gevoel” dit maal eens duidelijk omschreven. Deelgenoten de ene dag is de andere niet en de hoop op een gevoelloze dag wordt des te meer vervuld. Geloven dat het kan wil al eens een positieve gedachte zijn. Moed, zowel aan jonge en niet zo jonge, gaat het niet zo vlug de dag komt dat je happy zal zijn.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen