Column

Wie is er bang voor Zwarte Piet?

Wie is er bang voor Zwarte Piet?

Heel, heel, heel lang geleden was ik een kleine jongen die weken op voorhand uitkeek naar de komst van Sinterklaas. Ik ging in mijn speelhoek zitten met een stapel reclamefolders en scheurde alle speelgoedjes uit die de Sint in mijn schoentje mocht leggen. Ik zat aan de buis gekluisterd toen de goedheiligman op zijn stoomboot zijn intrede deed in Amsterdam – in dit pre-Ketnet tijdperk had hij de weg naar Antwerpen nog niet gevonden. Op school werd er een heus Sinterklaasfeest georganiseerd en in de kranten waren de Sint en zijn Pieten nog niet verwikkeld in een maatschappelijk debat.

Natuurlijk zijn kinderen niet dom. Dit pienter baasje had al vrij snel door dat de ene Sint de andere niet was. De Sint op school had een grijze baard en de Sint in de supermarkt een witte. En dan was er die ene Sint die erg naar sigaretten rook en verdacht veel op nonkel Danny leek. Mama toverde dan maar het fenomeen van de hulpsinten uit haar mouw en haar theorie klonk heel aannemelijk, dus ik geloofde haar. Mama’s liegen nooit. Kuch.

“Als er een politiecombi voorbij rijdt, breekt het angstzweet me terwijl ik weet dat ik helemaal niets mispeuterd heb.”

Zwarte Piet was vooral een handig middel voor ouders die hun kroost een paar weken moeiteloos koest wilden houden. Ja, ik was als kind bang van Zwarte Piet. Maar ik was net zozeer bang van een agent of van het teentjesbeest, een eng monster dat zich in de vaart vlakbij mijn huis verschool en de teentjes van ongehoorzame kinderen opat als ze hun pantoffels niet droegen. Die schrik voor gezagsdragers zit er na al die jaren nog steeds in. Als er een politiecombi voorbij rijdt, breekt het angstzweet me uit terwijl ik weet dat ik helemaal niets mispeuterd heb – ja echt, op mijn communiezieltje. Toen ik vorig jaar de douane passeerde, begon de metaaldetector op de luchthaven te piepen – dat overkomt mij dan weer. Er kwamen er bij het fouilleren gelukkig geen bloedhonden aan te pas maar ik werd wel betast op plekken waar ik al lang niet meer betast was geweest. Godzijdank werd de boosdoener, een beveiliging in mijn sneaker, snel gevonden zodat ik niet afgevoerd werd voor diepgaander onderzoek achter gesloten deuren. Maar ik dwaal af, terug naar Sinterklaas.

sint

Ik was braaf en de Sint bracht zoet. Eind jaren tachtig had hij zelfs, in een vlaag van gender overschrijdende ruimdenkendheid, zowel een gereedschapskist als een poppenhuis voor me gebracht. Ik had – wat had je gedacht – enkel oog voor het poppenhuis, hoe zeer mijn moeder ook probeerde mijn aandacht naar dat houten kistje vol testosteron te trekken. Ik vraag me af wat er toen door mijn ouders hun hoofd spookte. Zouden ze het er achteraf over gehad hebben? Hadden ze al vermoedens? Was deze 6 december voor hen een experiment dat hun twijfels moest bevestigen? Ik heb het hen nooit gevraagd, maar ik ben dankbaar dat mijn ouders toen niet in hokjes dachten en me lieten spelen met wat ik wilde. Zo hoort het. (En voor de volledigheid: ik hield net zoveel van dino’s en Playmobil.)

Ik had enkel oog voor het poppenhuis, hoe hard mijn moeder ook probeerde mijn aandacht naar dat houten kistje vol testosteron te trekken.”

Een jaar of wat na het poppenhuis was ik iets te vroeg uit bed geklommen en betrapte ik mijn mama terwijl ze bezig was een piratenboot van Playmobil in elkaar te steken. “De Sint had niet veel tijd en vroeg me om hem te helpen”, zei ze. Ik stelde geen verdere vragen en stortte me op de piratenboot, maar de twijfel was gezaaid, in mijn achterhoofd. De genadeslag kwam een paar weken later, toen mijn oma per ongeluk het grote geheim verklapte. Weg Sint. Weg onschuldige kindervreugde. Weg cadeautjes. Nee, dat laatste gelukkig niet, meer dan twee decennia later legt de Sint nog altijd wat in mijn schoentje. Hét ultieme bewijs dat ik nog steeds een braaf bazeke ben, als je ’t mij vraagt. En dat zonder Zwarte Piet die me in zijn zak dreigt te stoppen.

Nu nog van mijn angst voor al dat andere gezag af geraken. Benieuwd of dat lukt, in deze tijden verhoogde waakzaamheid en terreur. Met al die stouteriken zal de roe van de Sint dit jaar overuren draaien.

Illustratie: ©Jeroen Van Zwol/Zwoltopia
Meer over Stijn vind je op zijn blog Hetzaljezoonmaarwezen.be

Schrijf je reactie

2 reacties

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen