Column

“Wortel, zoals de groente”

“Wortel, zoals de groente”

Als Nederbelg maak ik dagelijks dingen mee waar ik me na 26 jaar nog steeds over kan verbazen. Wat een Nederbelg juist is? Volgens het Van Dale woordenboek “een Nederlander die in België woont, bv. om de Nederlandse vermogensbelasting te ontwijken”. Zo, die hebben we ook weer binnen. Niet alle Nederbelgen zijn hetzelfde, ze zijn er in alle soorten en maten. Zoals de ik-blijf-lekker-mezelf-Nederbelg en de ik-pas-me-graag-aan-Nederbelg. Ik val onder de laatste categorie, maar dat aanpassen kent zijn grenzen en zorgt nog regelmatig voor grappige voorvallen. Zo ook met mijn achternaam.

Een groentesoort als achternaam, het blijft een klucht. Toch zeker in België. Tussen Janssens, Peeters en Mertens zijn we niet echt een subtiele vertoning. Nog sterker, we zijn de enige Wortels in heel België. Uniek, enig in onze soort, the one and only baby! Toen mijn klas op de middelbare school de opdracht kreeg om uit te zoeken hoeveel mensen er hun achternaam delen, was ik binnen de vijf minuten klaar. De vier mensen met dezelfde achternaam als ik kon ik in een wip tot op hun huisnummer lokaliseren, dat was namelijk mijn familie. Maar of wij Wortels nu zo blij moeten zijn met onze uniekheid, daar ben ik nog niet zo zeker van.

Een typisch Nederlandse achternaam (lees: rare naam voor velen) brengt namelijk kaakblozende verantwoordelijkheden met zich mee. Zoals het spellen ervan, bij een kassa met tien zuchtende mensen achter je. In mijn geboorteland rolt de naam probleemloos over de toonbank, maar in België zorgt hij vaak voor veel verwarring. Om okselvijvers te vermijden, maak ik me er tegenwoordig snel vanaf door te verwijzen naar de oranje groentesoort. Helaas denken vele caissières dat ik een grapje maak, waardoor ik de winkel verlaat met een klantenkaart voor familie Mortel. Ik moet ze wel nageven dat ze er dichtbij zitten. Je moet alleen niet te lui zijn om tijdens het lezen van de hoofdletter je hoofd 180 graden te draaien.

In mijn geboorteland rolt de naam probleemloos over de toonbank, maar in België zorgt hij vaak voor veel verwarring.

Over het spellen van woorden gesproken, er bestaan evengoed typisch Nederlandse gewoontes die mij zelfs nog doen verbazen. Zoals die ene keer dat ik de vrolijke, Amsterdamse Jacqueline aan de telefoon had, die onaangekondigd midden in het gesprek plots de namen van de zeven dwergen leek op te sommen. Na Joop-Aad-Cor had ik pas door dat ze haar voornaam probeerde te spellen en dat het de bedoeling was dat ik allang zat te pennen.

phoebe

Tijdens zulke voorvallen merk ik pas hoe erg ik ondertussen ‘vervlaamst’ ben. En hoe confronterend het is, dat dit onbewust gebeurt. Er is namelijk een groot verschil tussen er zelf voor kiezen om je aan te passen of dat je verandert zonder erbij na te denken. In het laatste geval heb ik het gevoel dat ik mijn roots, mijn Nederlandse wortels (see what I did there?) langzaamaan kwijtraak. Iets wat ik heel erg zou vinden en mijn Belgische partner maar al te goed weet. Hij kent ondertussen mijn overtuigde, negatieve antwoord op de vaak terugkomende vraag van anderen of ik ooit nog mijn nationaliteit wil wijzigen. Mijn integratie kent namelijk zo zijn grenzen. Zelfs vroeger al, op de middelbare school, als ik enkel de keuze had tussen aanpassen of gepest worden. Zoals het gebruik van enkele Vlaamse woorden, die ik écht niet krijg uitgesproken, ook al ken ik ze wel. Denk aan pompbak of nestel (je wil niet weten wat voor gezicht ik momenteel trek terwijl ik dit typ). Woorden die voor mij een stap te ver zijn, omdat ik ze écht niet mooi vind (dat is nog een understatement).

Ook al kan ik in beide culturen moeiteloos functioneren, toch blijf ik voor mijn omgeving altijd ‘de (buitenl)ander’.

Na al bijna mijn hele leven in het Belgenlandje te wonen, ben ik goed ingeburgerd en ben ik prima op de hoogte van de belangrijkste do’s-and-don’ts. Ook al kan ik in beide culturen moeiteloos functioneren, toch blijf ik voor mijn omgeving altijd ‘de (buitenl)ander’. Hoe Vlaams ik ook spreek in België – met als specialiteit hetzelfde accent als mijn gesprekspartner – en hoe assertief ik mij ook gedraag in Nederland. Sowieso val ik in België altijd door de mand, op het moment dat die befaamde achternaam weer tevoorschijn komt. Maar dat maakt op zich helemaal niet uit, want ik voel me prima als Nederbelg. Het heeft me gemaakt tot wie ik nu ben en het heeft me geleerd wat ik nu weet. Af en toe denk ik er wel eens aan om nog terug naar Nederland te verhuizen. Dat is zeker nog niet voor meteen, maar zeg nooit nooit. Alhoewel mijn Belgische vriend dan altijd antwoordt; “Ja, doei!”

Meer lezen over mijn ervaringen als Nederbelg? Dat kan! Elke maand opnieuw in Charlie Magazine.

Schrijf je reactie

2 reacties

Charlotte Wortel is copywriter, met de C van Charlotte (ook wel gekend als tante Lot). Een perfectionistische taalfanaat die niet alleen 7000 woorden per dag spreekt, maar minstens ook schrijft. Vroeger op briefpapier met een roze pluchen pen, tegenwoordig op een computer voor diverse klanten. Een Nederbelgische heldin op sloffen, die met haar eigenwijze blog de wereld probeert te verbeteren (en stiekem ook haar partner).

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen