Topgriet

Kutkunst: vulva’s in kruissteek

Kutkunst: vulva’s in kruissteek

Anna (25) werkt als project manager voor een denktank over gendergelijkheid en diversiteit in Brussel. In haar vrije tijd borduurt ze vulva’s in felle kleuren en speelse vormen. Die verkoopt ze onder de naam “Le Médaillon de ma Mie”. Wat begon als mopje, groeide uit tot een feministisch statement: “Er zijn zo veel vormen en kleuren vulva’s, jammer dat we altijd dezelfde zien.” Foto’s: Sara Stragier

“Anderhalf jaar geleden borduurde ik voor het eerst een vulva. Mijn vriendin en ik hadden het als grapje bedacht en ik maakte er eentje om op te hangen in mijn slaapkamer. Toen vrienden het zagen, vroegen ze of het een vagina was. Ik zei dat het eigenlijk een vulva was, en dat leidde tot een discussie over de anatomie van geslachtsorganen. Daaruit groeide het idee om mijn borduursels te gebruiken als hulpmiddel om te praten over lichamen, sociale druk en seksualiteit.”

“Het moet geen fetisj worden, maar ook zeker geen taboe.”

“Nu zie ik mijn kunst als een introductie tot die onderwerpen. Ik heb veel te zeggen, maar vind niet altijd te woorden om mezelf uit te drukken. Mijn kunst helpt me daarbij. Het is een manier om te tonen dat de kleine dingen die met ons lichaam gebeuren normaal zijn. Menstruatie, PMS, striemen, vet, lichamelijke veranderingen… We hoeven ons daar niet over te schamen, want dat is allemaal normaal. Ik wil dat we neutraler zijn over ons lichaam. Je hoeft niet van je vulva te houden, maar schaam je er ook niet voor. Het moet geen fetisj worden, maar ook zeker geen taboe.”

“Ik heb ooit een vulva gemaakt die wat realistischer was. Veel mensen vinden die heel mooi, maar het is mijn minst favoriete werk. Ik vind het te roze, te stereotiep “meisjesachtig”. Iemand zei me onlangs dat ze dat mijn mooiste vulva vindt, omdat het op onze huid lijkt. Ik zei “misschien voor mensen met een lichte huid, maar voor de meeste mensen helemaal niet.” Er zijn zo veel verschillende vormen en kleuren vulva’s, het is echt jammer dat we altijd dezelfde zien. Daarom gebruik ik felle kleuren en onrealistische vormen. Ik wil aantonen dat er zo veel diversiteit is in vulva’s dat het helemaal niet uitmaakt of ze er echt uitzien of niet. Je ziet nog steeds wat het moet voorstellen. En de felle kleuren maken het ook vrolijk. Dat vind ik belangrijk, want we leren zelden een positieve houding aan tegenover onze geslachtsdelen.”

“Het heeft lang geduurd voor ik mijn slechte zelfbeeld kon afleren, maar het was de moeite waard.”

“Het is niet makkelijk om negatieve gedachten over je lichaam af te leren. Ik groeide op in Frankrijk. Toen ik twee jaar geleden naar Brussel verhuisde, veranderde mijn manier van denken enorm. Ik voel hier veel minder druk om aan een schoonheidsideaal te voldoen. Tijdens mijn eerste jaar hier begon ik me beter in mijn vel te voelen. Ik ben dik en dat is hier geen probleem. Ik voel me mooi. Ik had niet eens door hoe hard mijn gedachtegang veranderd was, tot ik terug naar huis ging. Mensen maakten toen opmerkingen over mijn gewicht, maar dat kon me niets meer schelen. Het heeft lang geduurd voor ik mijn slechte zelfbeeld kon afleren, maar het was de moeite waard. Begrijp me niet verkeerd, ik heb mijn lichaam nog altijd niet volledig geaccepteerd en misschien lukt dat nooit helemaal. Maar het gaat wel veel beter dan toen ik hier net woonde.”

“We moeten allemaal denkpatronen afleren die we ooit aangeleerd hebben. Toen ik in Praag studeerde, ging ik eens zwemmen met een Finse vriendin. Achteraf deed zij haar zwempak uit om te douchen. Ik kon dat niet. Ik wilde niet naakt zijn in die gemeenschappelijke douche, dus ik probeerde me over mijn bikini te wassen. Maar ík was degene die belachelijk deed. Ik was de enige die niet naakt was. Dus de tweede keer douchte ik topless en de derde keer naakt. En er gebeurde helemaal niets, niemand keek daar van op.”

“Dat bedoel ik ook wanneer ik zeg dat we neutraal moeten zijn over onze vulva’s. We moeten beseffen dat naaktheid niet seksueel hoeft te zijn. Mensen zijn bang van vrouwelijk naakt. Dat merk je aan de censuur van vrouwentepels door bijvoorbeeld Facebook en Instagram. Dat gaat niet eens om naaktheid maar om controle. Dat zie je ook in het boerkini-debat. Een Franse politieagent verplichtte een vrouw haar boerkini uit te doen op een druk strand. Vrouwen zijn ofwel te naakt of niet naakt genoeg. Het gaat allemaal om het controleren van onze lichamen en dat moet stoppen.”

“Sommige dagen heb je de energie om te reageren, uit te leggen, de professor te spelen. Maar soms niet, en dat is oké.”

“Ik wil over die feministische issues praten, want het mag geen taboe zijn. Dat doe ik graag met mijn LGBTQ vriendengroep en mijn ruimdenkende collega’s –ik weet dat zij het eens zijn met mijn kunst en de achterliggende gedachte. Mijn tante heeft zelfs een borduurwerk van mij opgehangen in haar woonkamer. Maar als ik praat met mensen die anders denken over gendergelijkheid, ontwijk ik het onderwerp soms. Sommige dagen heb je de energie om iets te doen, te reageren, uit te leggen, de professor te spelen. Maar soms ook niet, en dat is oké. Ik ben geen professor. Wil je iets weten over feminisme? Zoek het dan op.”

“Toch ben ik heel positief over de toekomst van feminisme. Ik denk echt dat we op een keerpunt zitten, zeker voor mensen van mijn leeftijd. Zelfs vrouwen en meisjes die zichzelf geen feminist noemen, zwijgen niet. Ze durven zich uit te drukken en op te komen voor hun rechten en idealen. En vaak hebben ze wel feministische ideeën, zelfs als ze dat niet zo zouden noemen. In dat geval vind ik het etiket minder belangrijk dan de acties die je onderneemt. Iedereen speelt een rol in het bereiken van gendergelijkheid. Ook zij.”

“Er zijn misschien mensen die mijn kunst niet zien als activisme. Ik wel, maar ik vind het zelf ook nog niet concreet genoeg. Ik wil graag werken rond transgender, non-binary en genderfluid mensen. Daarom vermijd ik het woord ‘vrouwen’ als ik over mijn werk praat – ik wil andere mensen met vulva’s niet uitsluiten. Ik weet alleen niet goed hoe ik mijn werk concreter kan maken, daar moet ik nog over nadenken. Voorlopig gebruik ik het als manier om mijn boodschap te verspreiden en om geld in te zamelen voor acties waar ik in geloof.”

Foto’s: Sara Stragier
Anna deelt haar werk op Instagram en verkoopt het via Tictail. Je kan het van dichtbij bekijken op 16 juni in Barlok in Brussel, waar het tentoongesteld zal worden tijdens een Riot Grrrl-evenement.

Schrijf je reactie

1 reactie

Charlotte Wollaert is freelance journalist en eindredacteur. Als achtjarige schreef ze haar eerste fictieboek en sindsdien heeft de schrijfmicrobe haar niet meer losgelaten. Haar hobby’s zijn kippen knuffelen, bankhangen, dt-fouten de wereld uithelpen en stevig lachen om haar eigen moppen.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen