Openhartig

Het seksleven zoals het is: vaginisme

Het seksleven zoals het is: vaginisme

In seksscènes in films zien we meestal strakke lijven gehuld in mooie lingerie, die elegant over elkaar heen liggen kronkelen. Maar seks in het echte leven is een stuk morsiger en complexer. Daarom geven wij een eerlijke inkijk in onze slaapkamer, zonder taboes en verbloemingen. Van een onenightstand tot soloseks, zo gaat het er écht aan toe. Vandaag: vrijen met vaginisme.

“De eerste keer doet vaak pijn voor het meisje”, weerklinkt de stem van de biologieleraar in mijn hoofd terwijl mijn vriend een beetje onbeholpen zijn erectie bij me probeert binnen te werken. Doorzetten, denk ik. Maar al snel wordt de pijn te veel en leggen we ons erbij neer dat het vandaag niet gaat lukken. Alweer niet. Nochtans zijn we all out gegaan met het voorspel en ben ik zo nat als een dweil. Ik voel dat er iets heel erg mis is. Het lijkt alsof onze edele delen puzzelstukjes zijn van compleet andere puzzels, die misschien van hetzelfde materiaal gemaakt zijn maar verder weinig met elkaar te maken hebben. Mijn lief, het poëtisch genie, spreekt van een “te smalle gang”.

Enkele jaren hiervoor probeerde ik ook al seks te hebben met mijn ex-vriend, maar dat is nooit gelukt. Mijn vriendinnen zeiden altijd dat ik gewoon moest doorbijten, want voor hen was de eerste keer ook vervelend. “Het zal daarna wel beter gaan.” Maar wanneer hij me probeerde penetreren, was de pijn ondraaglijk en elke poging eindigde in mineur. Dat zorgde voor veel onzekerheid bij mij, frustratie bij hem en uiteindelijk een pijnlijke break-up. Hij verliet me voor een meisje in wiens Bermudadriehoek hij wel kon verdwijnen. Drie jaar later leerde ik mijn nieuwe vriend kennen en stoten we op hetzelfde probleem.

“Ik begin te beseffen dat de pijn die ik voel verre van normaal is en dat dit niets te maken heeft met maagdenvliezen of onwennigheid.”

Thuis raadpleeg ik mijn goede vriend Google. “Pijn bij seks” levert vooral soa-gerelateerde antwoorden op, die gelukkig niet relevant zijn. “Te kleine vagina” blijkt de zoekterm die een nieuwe wereld (en later ook mijn doos) voor mij doet opengaan. Het wereldwijde web geeft me een diagnose, die mijn huisdokter later bevestigt. Ik heb ‘vaginisme’ – niet te verwarren met veganisme, al krijg ik ook geen worst binnen. Vaginisme is het onvrijwillig opspannen van de spieren rond de vagina. Daardoor is penetratie extreem pijnlijk of zelfs onmogelijk. Langzaam begin ik te beseffen dat de pijn die ik voel verre van normaal is en dat dit niets te maken heeft met maagdenvliezen of onwennigheid. Ik word vakkundig gecockblockt door mijn bekkenbodemspieren.

Vergelijk het met een knipperreflex. Wanneer iemand te dicht bij je oog komt, sluit je dat automatisch. Je denkt daar niet bij na en doet dat niet expres, je lichaam wil je beschermen van mogelijke pijn. Die reflex moest ik afleren toen ik contactlenzen kreeg en met mijn vingers praktisch in mijn oog moest porren om te kunnen zien. Zo gaat het ook met mijn vagina. Na een traumatische seksuele ervaring op mijn vijftiende heeft mijn lichaam beslist dat het bescherming nodig had. En nu, wanneer mijn vriendje te dichtbij komt, sluit de poort zich om pijn te voorkomen – al heeft het zowat het tegenovergestelde effect. Die vervelende reflex moet ik nu langzaam afleren.

Eerst ben ik opgelucht, want een diagnose kan leiden tot een oplossing. Maar de horrorverhalen op internetfora doen me panikeren. Verhalen van vrouwen die er nooit van “genezen” en niet op een natuurlijke manier kinderen kunnen krijgen. Ik ben twintig jaar oud en heb nog nooit nagedacht over ouderschap. Nu ben ik plots bang dat ik die keuze nooit zal kunnen maken. Om mezelf te kalmeren, laat ik de internetfora voor wat ze zijn en zoek ik op medische sites verder naar antwoorden. Ik negeer berichten over een maanden- tot jarenlang proces en focus op positievere verhalen.

“Volgens de website moet ik comfortabel drie vingers in mijn pruim krijgen voor ik nog eens met een penis kan proberen.”

Verschillende sites raden Kegeloefeningen aan – het afwisselend op- en ontspannen van de spiergroep down there. Zo leer ik meer controle te krijgen over de spieren en kan ik de reflex proberen tegengaan wanneer die zich voordoet. Dat moet ik goed onder de knie hebben voor ik mijn partner er weer bij kan betrekken. Want als het proberen pijn doet, geeft dat nog meer stress en verkrampen mijn spieren nog harder. Met een kettingreactie tot gevolg. Volgens de website moet ik comfortabel drie vingers in mijn pruim krijgen voor ik nog eens met een penis kan proberen.

Dus de volgende weken spendeer ik al Kegel-end. Van het ontbijt tot het avondeten zijn mijn bekkenbodemspieren constant in beweging, alsof het WK foefsport stiekem plaatsvindt in mijn onderbroek. Het blijkt niet de wonderoplossing waar ik op gehoopt had, maar in combinatie met veel babbelen met mijn vriend en veel proberen in mijn eentje, voel ik dat het steeds beter gaat. En dan, op een mooie ochtend een paar weken later, is het zover.

We staan allebei op met heel veel zin om nog eens lekker lang in bed te blijven liggen. Mijn vriend haalt alles uit de kast en focust volledig op mijn genot: zijn tong en vingers verkennen mijn lichaam tot ik een hoogtepunt bereik. En dan nog één, om het af te leren. Dat blijkt de ‘Sesam, open u’ die mijn schatkamer doet opengaan. Ik duw hem op zijn rug en ga bovenop hem zitten – zo heb ik het meeste controle over de situatie en kan ik zelf meteen stoppen als het pijn zou doen. Het penetreren is even oncomfortabel, maar niet echt pijnlijk. Daarna gaat het vanzelf. En verdomme, wat is seks leuk.

“Omdat ik weet dat ik hem kan vertrouwen en dat hij mijn grenzen respecteert, hoef ik mezelf niet meer te beschermen.”

Achteraf ben ik in de zevende hemel. Niet alleen een bijwerking van een goeie beurt, maar ook van het idee dat ik eindelijk genezen ben. Dat blijkt helaas niet helemaal waar. In de maanden daarna speelt mijn kutprobleem nog vaak op, waardoor vrijen nog steeds vaker niet dan wel lukt. In die periode ben ik er echt van overtuigd dat mijn vriend me, net als mijn ex, zal verlaten. Want wie wil er nu een relatie met iemand die geen seks kan hebben? En die dan ook nog eens als een hoopje miserie ligt te huilen wanneer het niet lukt? Oude onzekerheden komen terug naar boven en mijn zelfvertrouwen is ver te zoeken. Maar mijn vriend toont niets dan geduld en liefde. Hoe meer van die moeilijke momenten er zijn en hoe liever hij daarop reageert, hoe dichter we naar elkaar toegroeien. Omdat ik weet dat ik hem kan vertrouwen en dat hij mijn grenzen respecteert, hoef ik mezelf niet meer te beschermen.

We zijn nu een paar jaar verder. Mijn vriend en ik zijn ondertussen naast mentaal ook fysiek volledig op elkaar afgestemd. We weten wat de ander lekker vindt en spelen daar gretig op in. Soms heb ik nog last van mijn vaginisme. Wanneer ik gestresseerd, verdrietig of moe ben, durven mijn bekkenbodemspieren het nog eens uit te hangen. Maar meestal passen de puzzelstukjes en verandert mijn doos in die van Pandora – maar dan zonder rampen en met een shitload aan orgasmes.

Lees alle verhalen in de reeks Het seksleven zoals het is
Foto: Istock

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen