Door Noëmi en Celia Ledoux
Twee weken lang beroerde #genoeggezwegen sociale media. Vrouwen deelden wat er mis ging bij hun bevalling: gevoelens van gebrek aan respect, beslissingen die over hun hoofd heen waren genomen, meningsverschillen waar ze het onderspit hadden gedolven of simpelweg opmerkingen die hen pijn deden. De reacties liepen (soms mijlenver) uiteen. Enerzijds was er herkenning, medelijden, afkeer of boosheid. En anderzijds ook erkenning natuurlijk, want we hebben het vaak over hoe hard een geboorte is, maar zelden over hoe je dat kan vermijden. Er werd naar grote lijnen gezocht. De beladen term ‘obstetric violence’ viel, een medisch-ethische term voor gynaecologisch geweld. Ook gehoord: “dit is overdreven, ondankbaar, verwend gezeur.” Teneur: bevallen is nu eenmaal heftig: tais-toi et get over it.
Uit de hoek van de geboorteprofessionals klonk verontwaardiging en machteloosheid over de stroom negatieve verhalen. Iedereen doet zo hard zijn best en het is nog niet goed genoeg. De actie heeft duidelijk veel mensen geraakt. De polarisering is wellicht nergens voor nodig. Hoe kunnen we samen verder na de storm? Waar ligt de verbinding?
Eerst en vooral dit: iedereen die hierbij betrokken is, is dankbaar voor de medische wetenschap en voor wat die vermag. (Je kan nooit voor iedereen spreken, maar sommige generalisaties zijn behoorlijk veilig.) Dat geldt ook voor dit veld. En ook al worden ingrepen wellicht te vaak gebruikt – in sommige ziekenhuizen en door sommige medische professionals, want de cijfers lopen ontzettend uiteen – ze kùnnen levens redden en doen dat regelmatig. Ook de medici is iedereen dankbaar. Elke dag. Wellicht horen ze vaak “dank u” en zo niet, dan zou het mogen. Jobs in de verloskunde zijn jobs met hoge druk, en vaak nachtwerk. Baby’s komen zelden binnen de kantooruren, tenminste als je ze niet forceert. Vroedvrouwen moeten daarbij vaak heen en weer rennen tussen verloskamers en er naast hun verloskundige basistaak nog een hoop administratieve, verpleegkundige en logistieke opdrachten bijnemen. Dat is niet gewoon een baan, maar een roeping. Artsen worden bijna tot god gebombardeerd, maar lopen evengoed van patiënt naar patiënt onder groeiende tijdsdruk, en moeten er een berg verantwoordelijkheid bijnemen.
Wat gaat er dan mis?
Alle disclaimers terzijde, werpt deze actie een ongemakkelijk fel licht op mistoestanden die ook volgens onderzoek wijder verbreid zijn dan je lekker zit. Te veel vrouwen voelen zich tekort gedaan in de geboorte van hun kindje. Grofweg kan je er twee punten in onderscheiden.
In de geboortezorg tekende zich een doorslaande slingerbeweging af richting overmedicalisering.
Ten eerste valt moeilijk te negeren dat onze huidige geboortegewoontes contraproductief werken op zich, ook op medisch vlak. Wij bevallen als zoogdieren makkelijker in het donker, in een vertrouwde omgeving en met weinig en vertrouwde mensen om ons heen die we zelf hebben gekozen. Zoals bij andere zoogdieren valt de geboorte stil wanneer er gevaar dreigt. Maar veel van onze kinderen worden geboren onder TL-licht, met een heleboel mensen in een omgeving die we met ziekte associëren. En al worden kraamkamers wel eens aangekleed, het blijft vaak tussen metaal en infuus hangen. Het vrouwenlichaam is niet voor geboorte gemaakt, wordt wel eens gezegd. Is het in die omstandigheden niet knap dat af en toe een kind vlotjes vanzelf komt? Als je giraffen in die omstandigheden liet baren, stierven ze binnen de kortste keren uit.
Het is met dat gemedicaliseerd bevallen als met de pil. Binnengehaald als kroonjuwelen van medische vooruitgang en vrouwelijke bevrijding, zijn we pil en ziekenhuisscenario’s zonder veel kritiek gaan slikken. Zowel pil als, pakweg, epidurale verdoving zijn keuzes waar vrouwen recht op hebben en toegang toe moeten krijgen. Maar de nevenwerkingen van de pil, zo bleek onlangs, werden jarenlang genegeerd en alternatieven amper besproken. Ook in de geboortezorg tekende zich doorheen de jaren een doorslaande slingerbeweging af richting overmedicalisering. Het is niet duidelijk of dat een goed idee is. Het lijkt erop dat het dat vaak niet is.
Snel en veel ingrijpen brengt een bevallende vrouw in een waterval van interventies. De waterval slaat erop dat de ene de andere meebrengt. De gevolgen ervan worden wel eens onderschat. Studies plaatsen stevige vraagtekens bij veelgebruikte ingrepen in onze kraamklinieken: inleiden, weeën stimuleren, lavementen, epidurale verdovingen, vaginaal toucheren, verplicht op de rug liggen, continu monitoren van de foetale hartslag, de knip en persen op instructie. Van sommige is niet zeker dat ze medisch bestaansreden hebben. Andere kunnen levens redden, maar worden zo vaak gebruikt dat ze – statistisch – stilaan schade berokkenen. Onderzoek toont ook dat de interventies vaak niet gebeuren op basis van bewezen good practices of van individuele cases van moeders, maar uit gewoonte. Bewustzijn hierover groeit met de dag. De tradities zijn ingesleten, en die veranderen traag.
Hoe komt het zover?
Daar kan je over speculeren. Het risicoklimaat wordt aangehaald. De angst voor rechtsvervolging. In zo’n cultuur lijkt ingrijpen verstandiger dan overleg en rustig afwachten. Dat is de basis van prettig fysiologisch bevallen – al heb je altijd noodgevallen. De godsrol van de dokter helpt daar niet aan. Flatterend, jawel, en evengoed behoorlijk heftig en eenzaam, bovenaan de hiërarchie met al die verantwoordelijkheid. Je zou van minder beslissingen in iemands plaats gaan nemen.
Vroedvrouwen berichten regelmatig over artsen die hen ingrepen opdragen – soms met oneliners als “mevrouw heeft niets te willen”. Zit maar eens in die tang als vroedvrouw; tussen arts en moeder. In de zorg ga je niet werken omdat je mensen wil mismeesteren. Anderzijds is de hele aanpak, of het nu medisch wel of geen goeie keuze is, gewoonte geworden en daardoor tweede natuur voor zowel veel artsen als vroedvrouwen. In de opleidingen op ziekenhuisstage kom je in België nauwelijks ongestoorde geboortes tegen. Een arts in opleiding suggereerde: laat ons stage lopen bij zelfstandige vroedvrouwen. Zelfs vroedvrouwen mankeren die stages. Ook zij – de specialisten in fysiologische geboorte – zien weinig geboortes die natuurlijk mogen verlopen.
Dat zou wel mogen. Er is immers het tweede punt. Mevrouw heeft vanalles te willen.
In sommige ziekenhuizen of bij sommige zorgverleners voel je een cultuur van respect. Bij andere mankeer je die. Ingrepen worden vrouwen opgedrongen, of de ingreep komt gewoon – knip, toucheren (= inwendig onderzoek in de vagina), breken van vliezen, inleiding zelfs, worden gegeven zonder dat de vrouw daarvoor kiest of zelfs zonder dat ze weet dat het eraan komt. Opeens zitten die vingers dààr, is het vlees geknipt, komt dat water uit die vruchtzak en sta je dus op een aftelbommetje te kijken van een baby die er binnen zoveel tijd uit moet. Een infuus met “vitamines en mineralen” wordt aangelegd, en in het verslag achteraf blijkt het weeënopwekkend hormoon te zijn, dat de weeën veel heftiger en moeilijker te verdragen maakt voor vrouw en kind. Het zorgt soms voor een snellere, “efficiëntere” geboorte, maar die is wel veel onprettiger voor de moeder en de baby, en kan tijdens en na de geboorte onprettige complicaties meebrengen.
“Het lijken indianenverhalen.”
Toch komen de verhalen niet alleen van bevallende ouders. Er kwamen ook #genoeggezwegen-getuigenissen van artsen en vroedvrouwen in opleiding over onnodige opdrachten tot ingrijpen, waar er geen toestemming is of waar de vrouw het simpelweg niet weet. Soms gaat die cultuur verder. Eén arts in opleiding getuigt dat het hele team “nog snel even” moest toucheren, tijdens een gevaarlijke complicatie waarbij een vrouw veel bloed verloor. De vrouw in kwestie was al buiten westen. Een andere toekomstige vroedvrouw heeft het over een baby’tje na een miskraam, dat als medisch afval ergens rondslingerde in een wasbak. Een andere bijna-gynaecologe vertelt dat ze tijdens haar stage meermaals stond te huilen na een bevalling waarbij onnodig geweld gebruikt was. Als je er in zo’n omstandigheden niet aan onderdoor gaat of met je opleiding stopt, wen je er dan aan? Ga je het als normaal beschouwen?
Aan deze jobs is een zekere druk eigen. Een geboorte is een fysieke topprestatie voor een vrouw, hoe ze ook verloopt, en dat kan kronkelig en onvoorspelbaar zijn. Dat het zo’n persoonlijk proces is, geeft al te meer reden om vrouwen- en mensenrechten te respecteren. Het zelfbeschikkingsrecht over je eigen lichaam hoort bij beide soorten rechten. Dit gaat ook om seksuele integriteit – want alles speelt zich daarbeneden af. Wat geldt in eender welk ander bed, geldt ook op de verlostafel: alleen mét toestemming.
Zo komen de twee punten logisch samen: in de getuigenissen hebben procedures en gangbare gewoontes voorrang op wat de vrouw wenst, wordt er boven haar hoofd beslist of wordt ze niet geconsulteerd. Dat gebeurt in zoveel geboortes, dat het bijna normaal lijkt dat de professional beslist en je zelf geen mening hoort te hebben. Wat is dat vreemd! Volgens patiënten- en parturiëntenrecht mag je immers zelf beslissen.
Even aanstippen – al vinden we dat vanzelfsprekend – dat je voor gelijk welk soort geboorte kan kiezen. Een vrouw mag ook blij zijn met ingrepen. Ze mag ze kiezen. Ze mag het gevoel hebben dat ze nodig zijn. Het gaat niet om één bepaalde manier van bevallen verheerlijken. Die is er sowieso niet, want elke vrouw heeft een ander idee van wat een fijne geboorte is. Waar het om gaat, is dat je goed geïnformeerd kan beslissen. De term informed consent wordt daarvoor vaak gebruikt. Het is een basisrecht voor iedereen. Voor- en nadelen van een ingreep horen beschreven te worden, en daarna beslis je samen, in overleg. Zoals een patiënt chemo mag weigeren, ook als de arts dat geen goed idee acht, mag ook een bevallende vrouw beslissen over haar eigen lichaam.
De rechten van de moeder zijn meestal evengoed de rechten van de baby. Luisteren naar ouders maakt bevallen niet onveiliger.
De baby is ook een patiënt, welzeker. We moeten de eerste vrouw nog tegenkomen die een beslissing neemt die volgens haar de baby in gevaar brengt. Doet ze dat tegen het oordeel van professionals in, dan kan je je afvragen: waar komt haar wantrouwen vandaan? Is er zo weinig dialoog geweest? Is er een punt dat zij aanvoelt en dat wel gegrond is? (In meer dan één #goedgezwegen-verhaal gaven moeders aan dat ze voelden dat het mis zat en ze een ingreep – soms een keizersnede – nodig hadden. En uiteindelijk – na veel weigeren en interveniëren – kwam die er toch. Intussen had de baby het moeilijk gehad.). De rechten van de moeder zijn meestal evengoed de rechten van de baby, want bij wat goed is voor haar, heeft die kleine quasi altijd medisch baat. Luisteren naar ouders maakt bevallen niet onveiliger.
Steeds meer zorgverleners trekken expliciet tijd uit om samen met ouders keuzemogelijkheden bij de geboorte te bespreken. Dat is mooi. Een geboorteplan is geen eisenpakket om een droombevalling af te dwingen van zorgverleners. Het is een denkoefening over wat een moeder of ouders – en in de eerste plaats de bevallende vrouw – in gedachten heeft, welke ingrepen ze wenst of weigert en hoe ze wil reageren op mogelijke complicaties. Het plan is een startpunt voor eventuele (onder)handelingen tijdens de geboorte, een leidraad voor een geboorte waar zorgverleners ondersteunen, volledige informatie en vakkundige zorg verzekeren, hoe het ook loopt, en waarbij ouders verantwoordelijkheid nemen voor hun keuzes.
En ook zonder geboorteplan telt elke stap in het proces. Als procedures vriendelijk worden aangekondigd en de praktische stappen worden uitgelegd, ben je er nog niet. Dit gaat niet om communicatiestijl, maar om een verandering van cultuur en werkelijk beslissingsrecht. Volledig informeren geeft antwoord op deze vragen: welk positief effect hoopt men te bereiken, wat zijn de risico’s, wat zijn de alternatieven, wat kunnen we verwachten als we zouden afwachten of niets doen? Patiëntenrechten respecteren wil zeggen dat er overleg volgt waarbij de vrouw mag antwoorden op de vraag: wat denk jij ervan? Meestal gaan de wensen van ouders niet om enorme veranderingen. Door een ingreep uit te stellen, kan je een geboorte vlot laten verlopen, of een moeder tenminste de tijd tot beslissen geven. Wil ik dit? Ja? Go. Medische nood of niet: dat kan bijna altijd. Een bevalling is zelden de spurt die Hollywood ervan maakt, en meestal een werk van kleine, rustige vooruitgang. Dit gaat niet om het promoten van natuurlijke bevalling. Dit gaat over opties en keuzes.
Dit is het begin van een grote beweging. Misschien is bevallen binnen een paar jaar fundamenteel anders, prettiger, en serener. Soms moet je eerst tonen wat er is, eer je het beter kan maken. Samen. De bedoeling van #genoeggezwegen en gelijkaardige acties wereldwijd is uiteindelijk werkelijk vertrouwen te kunnen schenken aan je zorgverleners. Als je interventies kritisch overweegt en fundamenteel vertrekt van inspraak, is je zorgverlener juist de sleutel tot een rustige, serene en respectvolle bevalcultuur – en dus ook dito geboorte. Onderzoek wijst uit dat moeders die kunnen rekenen op continue steun van een vroedvrouw gemiddeld beweeglijker zijn, meer (zelf)vertrouwen hebben, minder angst ervaren en ook minder pijn, minder pijnbestrijding vragen, een kortere arbeid hebben, minder te maken krijgen met andere interventies, meer kans hebben op een spontane bevalling, minder kans op een keizersnede of een baby met een moeilijke start. Over het algemeen zijn ze tevredener over hun bevalling. Waarschijnlijk is zo’n vroedvrouw ook gelukkiger.
Als geboorte het privéterrein is van experts, technologie en procedures, zet je een cruciaal persoon buitenspel: de vrouw zelf die het doet, op welke manier dan ook. Ook een keizersnede “doe” je. Dat is werk, dat nog lang na de geboorte nazindert. Elke bevallen vrouw, hoe zij en het kindje er ook uit komen, heeft een volwaardige geboorte achter de rug. De knowhow van professionals en de kennis van vrouwen over hun eigen lichaam kunnen elkaar aanvullen. Evidence based praktijken zijn mooi als leidraad, maar eigenlijk zijn de beleving en de informed consent van de vrouw op het cruciale moment een doorslaggevende factor.
We moeten geen afstand doen van wetenschappelijk onderzoek, toegang tot die kennis mag zelfs fundamenteel democratischer worden. Hoe moet je een geboorteplan maken als in zogenaamde zwangerschapsbijbels amper betrouwbare informatie staat, laat staan over je rechten en opties? Informatie hoeft niet zo uitgebreid te zijn, technisch of wetenschappelijk van taal. Maar het zou fijn zijn als we dit meer bespraken – in de pers en onder mekaar. Informatie over de verschillende zorgmogelijkheden hoort eigenlijk standaard door geboorteprofessionals te worden aangereikt. Een cultuur waarin we zo’n houding bereiken, maken we, van onderuit, samen. Alsof we, als het ware, beginnen aan de alfabetisering van de geboorte.
Er is over #genoeggezwegen gezegd dat het vrouwen angst aanjoeg. Soms was dat vast een bijwerking. Veel mensen zijn er triest over geweest, zoveel is zeker.
Tegelijkertijd geeft het ook info over wat er kan mislopen – en hoe je dat kan voorkomen. Het verhaal ligt bloot. Maar hoe belangrijk is dit nu? Een gezonde baby is tenslotte het allerbelangrijkste, niet? Zelfs als je vindt dat het geboortedoel alle middelen heiligt – ook een traumaatje of een vreselijke herinnering aan de “mooiste” dag van je leven – is hoe het bevallingsproces verloopt, belangrijk. Een moeder wordt ook geboren. Als ze een respectvolle geboorte meemaakt, waarin ze het hoofdpersonage is en niet het lijdend voorwerp van haar verhaal, staat er na afloop een stevigere, blijere kersverse mama klaar. En dat mag wel: de eerste leeftijd is een flinke klus om te klaren. Als je zorgverleners je hebben laten voelen: je kan dit, jij neemt de beslissingen, jij bent de expert over jouw baby en je lichaam, zal je een prettigere, snellere start hebben in die levenslange verantwoordelijkheid die het krijgen van een kindje is.
Geef moeders in dat kwetsbaarste, kostbaarste moment het volste recht om aan te geven wat ze nodig hebben.
Het is tijd voor een waaier aan mooie geboorteverhalen, waarin autonomie centraal staat. Er is geen juiste geboorte. Een keizersnede kan ook een sprookje zijn. Als we het minder fatalistisch bekijken, komt er ook ruimte voor de schoonheid ervan, en kunnen processen zoals de gentle sectio (een techniek waarbij de baby tijdens de keizersnede langzaam geboren wordt, om zoveel mogelijk een natuurlijke bevalling na te bootsen, red.) hun ingang vinden. Ook een geboorte met een resem aan interventies hoeft niet als traumatisch ervaren te worden en kan een vrouw krachtig, tevreden en sterk achterlaten, zolang haar autonomie intact bleef.
Laat ons moeders de kracht geven dat hun bevalling hen toebehoort. Dat ze in dat kwetsbaarste, kostbaarste moment het volste recht hebben om te zijn wie ze zijn en aan te geven wat ze nodig hebben. Bevallingen zijn onvoorspelbaar. Met tijd, rust en respect, lopen geboortes hoe ze lopen. Héél vaak vlot, soms magisch, soms naar. Sommige trauma’s kan je niet vermijden. En dat hoeft ook niet. Naar risico nul streven, zorgt alleen voor angst. Daar komt zelden iets goeds van. Je hoeft een vrouw niet te vragen dat ze verbijt dat haar bevalling haar werd ontnomen door protocol of gewoonte. Het is niet te veel gevraagd om die ruimte te voorzien. Niemand kan magie beloven. Regie? Dat wel.
6 reacties
Wat een horror verhalen.
Vrouwen worden gewoon verkracht, aangerand,en verminkt tijdens hun bevaling!
Ik heb zelf twee keer een geplande keizersnede moeten ondergaan, en had zelf tijdens mijn zwangerschap het nodige opzoekwerk verricht. Filmpjes bekeken, fora gelezen en van die dingen. Ik wist dus dat ik vastgebonden zou worden, dat er soms een tang aan te pas komt om de baby uit de buik te halen, … Dat heeft gemaakt dat ik met een goed gevoel terugkijk op de operaties. Maar ik vraag me af wat er door andere mama’s hun hoofd gaat als ze ineens vastgebonden worden (zoals aan het kruis..) als het een spoedkeizersnede wordt. Ik heb een cursus gevolgd in het ziekenhuis, maar daar ging het quasi alleen over weeën opvangen en borstvoeding geven. Jammer als je weet dat er zoveel vrouwen uiteindelijk toch moeten bevallen met een keizersnede…
Bij mijn tweede zwangerschap was ik intussen verhuisd van Leuven naar Hasselt. GROOT was mijn verbazing toen ik vernam dat ik in het ziekenhuis daar mijn baby al na enkele minuten zou moeten meegeven met mijn man naar een andere verdieping. De gyn vond het zelf een heel spijtige zaak, hij vond het ook heel erg zielig om zo’n kleintje al meteen te scheiden van de moeder. Maar ja, het ‘kon’ niet anders in dat ziekenhuis. Voor het op gang komen van de borstvoeding is het nochtans belangrijk dat de baby zo snel mogelijk kan drinken bij de mama, maar ja. Ik kon me niet verzoenen met het geschetste verloop na de bevalling in Jessa en ben dus in het derde trimester van mijn zwangerschap overgestapt naar het ziekenhuis in Leuven. Een vriendin die in Hasselt bevallen is met een keizersnede heeft er nog elke dag spijt van dat ze pas na anderhalf uur haar baby’tje zelf kon troosten. Tot die tijd had hij tevergeefs op papa’s borstkas gezocht naar de borst … en voor haar leek het uren te duren eer ze naar haar baby mocht.
Ik hoop dus echt dat elke ks-mama snel mag ervaren dat een pasgeboren baby gerust bij mama in het operatiekwartier (met een warmtekussen of warme doeken) en in de recovery kan blijven. Het kan al in heel veel ziekenhuizen, maar nog lang niet overal helaas!
Ik was bij de eerste te overweldigd om te reageren. En wat een wrang gevoel nog steeds dat ik van haar, mijn allereerste dochter, in de operatiekamer maar een glimp heb kunnen zien en dat ik haar een paar uur later (ik kon niet naar de verloskamers want die waren vol en moest dus langs de “gewone” recovery passeren waar ik haar niet bij me kon hebben) aangekleed en wel in mijn armen gelegd kreeg.
Gelukkig heb ik bij de tweede op mijn strepen gestaan en heeft zij wel zo lang mogelijk bij mij gelegen in de operatiekamer terwijl ze mij dichtnaaiden) en kreeg ik haar opnieuw onmiddellijk bij mij toen ik aankwam op de verloskamer…
Ik heb de #genoeggezwegen verhalen met stijgende verbazing gelezen. Met tristesse. Zo spijtig dat het voor sommige vrouwen zo moet lopen.
Wat ben ik gelukkig dat het ook anders kan. Zowel mijn natuurlijke bevalling als mijn zijn wat dat betreft prima verlopen. Duidelijke communicatie, voldoende tijd. Ja er was overmedicalisering, zoals de eeuwig durende monitor, waardoor ik bij mijn eerste bevalling toch maar voor een epidurale ging. En de knip – ik hou het erop dat de gynaecologe vanuit haar standpunt een beter zicht had op de capaciteit van de doorgang. Maar ik herinner me ook de bemoedigende woorden voor, tijdens en na mijn spoedkeizersnede. Geen pretje, maar goed omkaderd zodat ik perfect wist wat me te wachten stond, wanneer ze me extra pijnstilling konden geven, wat ik zou voelen, hoe lang het zou duren…
Zo kan het dus ook, zo moet het ook. Allemaal naar het OLV is Asse dus 😉
(…Ik had net iets te snel gereageerd i.v.m. dat onderzoek, ik had nog niet op de link geklikt (sorry) en zie nu dat het om een ander onderzoek gaat dan ik eerst dacht, maar ook hierin spreekt men over doula-ondersteuning, dus het komt verder wel op hetzelfde neer 🙂 )
Goed artikel, ik mis alleen de doula in dit verhaal.
“Onderzoek wijst uit dat moeders die kunnen rekenen op continue steun van een vroedvrouw gemiddeld beweeglijker zijn, meer (zelf)vertrouwen hebben,…”
Dit lijkt sterk op het onderzoek van Klaus, Kennel en Klaus. Bedoel je dat? Volgens mij ging het in dit onderzoek eerder over de continue aanwezigheid van een niet-medische coach, een doula. Dus niet zozeer een vroedvrouw (die wel een medische verantwoordelijkheid heeft). Al kan een vroedvrouw ook wel voor een deel een doularol vervullen.
Een doula (bevallingscoach) helpt om te beginnen bij het voorbereiden van de bevalling, geeft voorlichting over je mogelijkheden en je rechten en is op de hoogte van je wensen en eventuele angsten (net zoals een zelfstandige vroedvrouw). Tijdens de bevalling, waarbij een doula meestal al vroeg en continu aanwezig is, geeft ze niet alleen praktische, emotionele en (niet-medische) fysieke support, maar helpt ze je ook herinneren aan en komt op voor je wensen en je rechten indien nodig.
Een beetje jammer dus dat hieraan geen aandacht werd besteed in dit verder goede artikel.
En wat ik me tijdens het lezen ook bedacht: die ‘godsrol’ van de artsen.. Laten we die waardering en erkenning teruggeven aan degene die het het meest verdient: de barende vrouw zelf!