Vervolgverhaal

Zijn we een koppel en kunnen we dat ergens van de daken schreeuwen?

De vrouw die meerdere lieven wou, deel 5

Zijn we een koppel en kunnen we dat ergens van de daken schreeuwen?

Wat vooraf ging:

Er was een man a.k.a. het lief die er onzacht en plotsklaps niet meer was.

Een verdwijntruc die insloeg als een bom, en een gat kraterde in het leven en het welzijn van ondergetekende.

Op een avond besloot ik om niet meer te denken, en gewoon te doen. Dat resulteerde in een mooie nacht met dito man, de idee van het meerdere-lievenplan en nog een man.

Plan volbracht dus. Of toch niet helemaal?

Benoem me, noem het bij z’n naam.

Ik zit waar ik vaak zit als ik schrijven wil. Op de plek waar ook pinterestman vaak te vinden valt. Het is ook hier dat ik hem ooit van z’n barkruk trok. Ik zeg ‘ooit’ want het lijkt ondertussen  al een eeuwigheid geleden.

Ook nu heb ik zicht op de barkrukken.

Voor mij een man aan de toog, met een blauw-grijze vest waarop staat ‘Boeve’, een logo en ‘afbouw’. Vreemd. Hij werkt allicht voor een of andere firma in de bouw, in de afbouw blijkbaar.

“Eén lief is afgevallen. Vond het al bij al toch niet zo fijn, dat polyamoreus gedoe.”

En ik vraag me af of ik ook zo’n vest zou dragen moeten

Eén lief is afgevallen. (Zoals in het liedje van de tien kleine visjes. ‘En toen waren er nog maar één’.) Vond het al bij al toch niet zo fijn, dat polyamoreus gedoe.

Ik anders wel. Hoe heerlijk aanvullend waren die twee. Alleen al hun opstaan.

De één zweert bij een douche, de ander bij een bad.

De één zweert bij thee, de ander begaat een moord voor koffie.

De één neemt tijd, wel een zee. Om tot de wereld te komen. Elke stap die hij zet lijkt nauwgezet doordacht en geoefend. Alsof grote zwaarden van Damocles boven het hoofd zijn dag verder zouden tekenen, mocht er een stap anders gezet worden.

Elke hoekje, elk kantje in het huis lijkt met liefde afgelikt. Aan de buffetkast in de keuken een foto uit de krant. Een foto –  zo zei hij – die hem roerde. Als dusdanig dat hij er nog wat langer naar kijken wou.

Terwijl de thee zachtjes staat de pruttelen steekt hij een kaarsje aan. (Wie zei dat kaarsjes alleen maar voor avondlijke romantische momenten waren?)

Dan het bad. De thee parkeert hij netjes op de rand. Hij vraagt of ik erbij wil, ik zeg nee. Toeschouwer kunnen zijn van dit bijzonder ritueel is al zo veel. Ik zou het niet willen breken. Alsof ik een geworpen steen in zijn stil water zou zijn.

In plaats daarvan poets ik zo zacht mogelijk mijn tanden. Bang dat welk te luid geluidje dan ook het gebeuren kan breken. En vanuit mijn ogenhoeken zie ik hem duiken.

Het water in, de neus met een hand dicht genopen.

Heel stilletjes komt hij boven, even stilletjes hapt hij  naar adem. Alsof er bij alles wat hij doet een geluidsdemper op zit.

Buiten is het nog nacht, alles is nog donker.

De wereld is nog heel even enkel en alleen van deze vroege vreemd vogel, zo lijkt het.

Niet dat het donker er toe doet. Het lijkt alsof ook de dag bij hem een beetje nacht is, alles sowieso met die tedere stille nauwgezetheid gebeuren moet.

En ik bemin(de). Tot hij ook ons samenzijn dempte.

“Ik hou van de ochtenden. Van beide soort van ochtenden. De een poëtisch zacht, de ander vrolijkmakend dartel.”

De DJ dan.

Ook de DJ laat een glimlach ontwaren op mijn gezicht.

Het dartele veulen in de ‘Wij’.

Zo geblutst hij is in het leven… zo huppelt hij de dag rond. Alsof hij een leven lang nodig heeft om de geblutstheid van zijn jeugd te compenseren met dartelheid. Dag en nacht, 24 op 24, zeven dagen op zeven, de klok rond. Al bij het afdalen van de trappen van het bed naar de living ziet hij eruit alsof hij aan de start van een marathon staat en al springend de dag verder zal sieren.

De eerste landing van de dag stommelt richting koffiemachien. Wist je dat er zoiets bestaat als een “koffiedans?” Wel dus, dat bestaat.

Het is wild, onstuimig en een plezier om te zien.

Schep koffie, en nog een, en nog een, en nog een. Water, druk, knop, hop. Dans. Het ritme van een wervelende ochtend.

Ook de luide “Hallo, goeiemorgen!” Aai over een bol. (De mijne.)

Kan ik douchen? Zegt ie.

“Ja,” zeg ik.

Een luttele paar minuten later. Een bijna straatvullende gil “Aaaaaaaaagh! Wat. Warm!”

Ik lach. Hij ook.

Alweer een luttele minuten later “Aaaaaaaaagh!

Brrrrrrr.  Wat. Is. Het. Koud in die badkamer van u!!”

Ik lach. Hij ook.

 

Ik hou van de ochtenden. Van beide soort van ochtenden. De een poëtisch zacht, de ander vrolijkmakend dartel.

Het is goed zo. Ik weet niet hoe het verder allemaal moet zo. Maar het is goed zo. Dat dacht ik te schrijven.

 

Hoe ik dacht ook dat het – het deelgenoot zijn van twee levens – mij tot een beter lief maakte.

Ergernissen bijvoorbeeld, krijgen de kans niet om als dusdanig te zwellen dat het een ontsierende etterende puist op het gezicht van een relatie wordt.

Maar terug naar af dus.

Het werd een liedje van korte duur, een lied dat al blijkt uitgezongen.

Het lief dat er wél nog is, de Dj heeft ondertussen z’n twijfels.

(Zijn ook wij binnenkort samen uitgezongen?)

“Ik denk: ik moet zeker zijn, heel erg zeker zijn deze keer. Het moet veilig zijn.”

Hij weet niet of hij wel samen wil zijn met iemand die meerdere lieven heeft of wil. Hij wil eens iemand. Iemand die voor hem kiest.

Hij wil graag de dingen benoemen. Zijn we het grote K-woord, een – kuch – Koppel?l? Kunnen we dat ergens van een dak gaan schreeuwen?

Ik draal, heb hoogtevrees.

Kan hier (vooralsnog) geen sluitend antwoord opgeven.

Ik denk: ik moet zeker zijn, heel erg zeker zijn deze keer. Het moet veilig zijn.

Ik kijk naar de man op de barkruk en zijn jas en denk: bestaat daar dan geen vest van? Roze-rood, een logo en ‘always under construction’.

Illustratie: Paulien Houben
Lees alle delen in het vervolgverhaal De vrouw die meerdere lieven wou

Schrijf je reactie

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen