Getuigenis

Er is niets aan de hand

Er is niets aan de hand

Ik had mezelf nochtans voorgenomen om niet te janken bij de dokter. Het was een vreemd gezicht, twee mannen tegenover elkaar, met niet meer dan tien jaar en een bureau tussen ons. Hij liet me mijn verhaal doen, nadat ik gevraagd had om bloed af te nemen. Omdat het niet meer ging. Omdat ik voelde dat ik aan mijn limiet zat, als ik er al niet een flink eind over zat. Het knobbeltje dat ik had gevoeld, had me de twee voorgaande dagen telkens weer in paniek doen schieten, met doemscenario’s waarin de hoofdrollen waren weggelegd voor kankers en bloedklonters. Het bleek iets banaals te zijn, maar ik was geschrokken van hoe snel ik daar een mentale tik van gekregen had.

Iets meer dan vijf jaar geleden had ik het zijn voorganger al gezegd: dat mijn job zo veeleisend was dat ik maar geen greep leek te krijgen op mijn leven, dat mijn slaap erbij inschoot en een gezonde levensstijl ook steeds meer een utopie leek te worden. Of er geen vitaminen waren die mij een boost konden geven? Dat laatste was misschien slechts een praktische oplossing voor het probleem, maar naar het schijnt zijn mannen vooral goed in oplossingsgericht denken, waar vrouwen veel eerder een luisterend oor willen. Nee, was zijn korte antwoord. Vroeger in uw bed kruipen, wat meer fruit en groenten eten. Ik voelde me onnozel dat ik erover begonnen was.

Ik heb de laatste maanden steeds vaker het gevoel dat ik opeens ga crashen, maar op de rem gaan staan is geen optie.

Mijn journalistieke job vereist dat ik zeven op zeven met mijn werk bezig ben. Ik wist altijd al dat het geen doorsnee nine to five was, maar ook in het weekend of ’s avonds wordt van me verwacht dat ik werk of ten minste meedenk aan mogelijke reportages, invalshoeken of zelfs marketingcampagnes. Steeds meer, steeds unieker, steeds uitgebreider, steeds goedkoper. Het gevolg is dat het in mijn hoofd nooit meer stil is. Alsof ik in een auto zit waarbij ik overal aan 120 kilometer per uur rij, heel veel zie langs de weg, maar simpelweg geen tijd kan vrijmaken om even te stoppen en te genieten van het uitzicht. Ik heb de laatste maanden steeds vaker het gevoel dat ik opeens ga crashen, maar op de rem gaan staan is geen optie.

Twee jaar geleden vroeg ik mijn huidige dokter opnieuw om vitaminen omdat de geboorte van ons eerste kindje in een periode viel dat het op familiaal en professioneel vlak net bijzonder druk was. Dat ik soms niet meer wist hoe ik het allemaal moest bolwerken. Ik denk niet dat hij de boodschap had begrepen. Hij schreef me vitaminen door.

Bedankt, succes, tot de volgende keer.

Ik vertelde de dokter dat ik wist dat hulp zoeken iets is wat anno 2016 kan, ook als man, maar dat het praktisch gezien weinig aan mijn situatie zou veranderen.

En die volgende keer was dus vorige week. Ik schaamde me wel, zei ik, net omdat mijn vrouw zo geweldig is en mijn kind het zo onwaarschijnlijk goed doet. Maar dat het mentaal een grote puinhoop werd, waar ik maar geen orde in kreeg. Dat een financieel dispuut, gegroeid vanuit mijn job en waar ik (en ja, dat zeggen ze allemaal) écht niets kan aan doen, dreigde door te wegen op mijn gezin, zei ik hem ook. Dat er brieven waren gearriveerd waarin duizenden euro’s werden geëist en dat er dringende renovatiewerken voor de deur stonden die minstens evenveel zouden kosten. Dat er een tweede op komst is en dat mijn hart breekt als ik nog maar denk dat mijn kinderen iets tekort moeten komen. Dat ik wist dat hulp zoeken iets is wat anno 2016 kan, misschien ook als man, maar dat het praktisch gezien weinig aan mijn situatie zou veranderen. Dat ik er niet over wilde praten met mijn familie of zelfs vrienden, omdat de weinige tijd die we samen doorbrengen vooral als doel heeft om fijne herinneringen te maken en te delen. Tegen één vriend ben ik vorig jaar openhartig geweest, ik heb mijn hart gelucht van man tot man, maar ook hij wist niet wat te zeggen. Dat ik vooral nood had aan een vriend, iemand die af en toe eens vraagt hoe het gaat, leek hem te ontgaan. Ik heb hem de eerste twee maanden niet meer gezien en vandaag lijkt het alsof het gesprek nooit heeft plaatsgevonden.

Ook de dokter keek me aan en zweeg. Misschien moeten we toch maar eens kijken voor wat hulp, zei hij onhandig. Maar hij beloofde eerst mijn bloed te laten onderzoeken. Toen ik belde voor de resultaten zei hij dat alles in orde was. Een gesprek van 27 seconden. Alle waarden zijn in orde. Er is niets aan de hand. Nog maar eens bedankt, succes, tot de volgende keer.

Overal lees ik verhalen over vrouwen die een vuist maken, maar bij de mannen blijft het akelig stil. Schaamte, onwetendheid, te praktisch denken…

Overal lees ik verhalen over vrouwen die een vuist maken, mama’s die vechten tegen dat fake ideaalbeeld en de hulp die gevonden wordt nadat ze zich durven uitspreken over hun problemen. Maar bij de mannen blijft het akelig stil. Schaamte, onwetendheid, te praktisch denken… Ik heb alle scenario’s al in mijn hoofd overlopen. Want heel soms vangen we het ook op van een ander, dat ook zij het niet makkelijk vinden vandaag. En laat ons een kat een kat noemen: in veel gezinnen is de man nog vaak de voornaamste kostwinnaar, de rots in de branding voor hun echtgenote als ze het even lastig heeft of het grote voorbeeld voor hun kinderen. Mijn vrouw blijft de belangrijkste schakel in ons gezin, vind ik zelf, maar de druk op onze schouders is er ook niet minder op geworden, integendeel. Wanneer kunnen wij zonder schroom zeggen én vooral gehoord worden als we zeggen, rechtstreeks of onrechtstreeks: er is wél iets aan de hand?

**********

Eén op vier mensen krijgt ooit af te rekenen met min of meer ernstige psychische problemen. Psychische klachten komen even vaak voor bij vrouwen als bij mannen, maar voor mannen zijn psychische problemen een groter taboe, zo blijkt uit onderzoek van de Universiteit Gent bij 1200 Belgen. Door het stigma dat erop ligt, zoeken mannen minder snel hulp dan vrouwen. Bovendien worden hun problemen ook anders ingeschat. Bij een vrouw wordt een depressie bijvoorbeeld sneller gediagnosticeerd dan bij een man. Meer info: www.geestelijkgezondvlaanderen.be

Wat is jullie ervaring? Kan je als man even snel aan de alarmbel trekken of ligt er bij mannen toch nog een taboe op toegeven dat het allemaal even niet meer lukt? 

Schrijf je reactie

7 reacties
  • maria says:

    Ik ben voormalig huisarts en ben zelf herstellende van een enorme burnout. Ik kan absoluut de vorige reacties bijtreden: zoek je een andere huisarts. En zoek hulp vroeger eerder dan later. een goede psycholoog. Het duurt veel langer om uit de put te klimmen als je helemaal gecrashed bent, dus hoe sneller hoe beter. En denk niet dat hulp zoeken praktisch gezien niets aan de situatie kan veranderen. De meeste praktische problemen zullen niet zomaar verdwijnen, maar hoe je ermee omgaat, hoe je voor jezelf zorgt, hoe je recupereert kan er wel voor zorgen dat de verschillende obstakels weer haalbaar worden. En dat je weer gewoon kan leven in plaats van meegesleurd te worden.

  • Ruth says:

    Heel goed gezegd. Ik hoor vaak vrouwen vertellen over de werkstress bij hun partner en het doodzwijgen. En de vicieuze cirkel waar ze niet uitraken. En het maar voort ploeteren. Wij moeten gewoon meer onze mond durven opendoen wanneer het te veel wordt. Hard werken is mooi. Maar weet waarvoor je werkt. Toch zie ik een lichtpunt. Mentale problemen worden met mondjesmaat bespreekbaar. Dankzij campagnes als Rode Neuzen, Te Gek, Fit in je hoofd. En door werkgevers die anders denken en doen. Bij Charlie?

  • Simon says:

    Het is triestig gesteld met de mentaliteit rond emotionele en mentale gezondheid. Als je je been breekt komt iedereen er een tekening op je gips maken, zeg ja dat je het mentaal moeilijk hebt of ongelukkig bent loopt iedereen de andere kant op.
    Het taboe is pijnlijk groot!
    Er is absoluut geen begrip voor mentale problemen omdat het zo onbesproken blijft. Mensen (zeker jongeren) weten pas hoe het is eens ze er direct mee geconfronteerd worden. Eens het te laat is dus.
    Hulp zoeken is een hel en dat is triest.

  • missy says:

    Heel waar en straf geschreven. Je steekt een hand uit om hulp te krijgen, en dat vergt al heel veel, schitterend dat je dat doet. Je hebt het over ernstige alarmsignalen. En een goede huisarts moet dit serieus nemen. Als die dat niet doet is het echt nodig een andere huisarts te zoeken. Zelf heb ik heel lang alarmsignalen genegeerd, tot mijn lichaam de stekker uittrok en ik niet meer kon functioneren. Gelukkig heeft mijn huisarts mij ervan overtuigd dat ik nu niet kon werken, ziekteverlof voorgeschreven en doorverwezen voor begeleiding. Ik ben een vrouw en mama, maar zie niet in waarom een man niet op hetzelfde begrip zou mogen rekenen. Ik hoop oprecht dat je gepaste hulp kan krijgen, en niet zo diep hoeft te gaan als ik zelf. Het is eigen aan de situatie dat je een beetje een tunnelzicht ontwikkelt en niet meer ziet wat er kan verbeteren. Daarom is het echt nodig om externe en liefst professionele hulp te krijgen, naast steun van vrienden. Heel veel succes en sterkte!

  • Heel terecht artikel, er is bitter weinig verschil tussen beide seksen als het om burn-out of depressie of andere problemen gaat. Mannen worstelen even goed met de combinatie werk-gezin, financiële en praktische zorgen enzoverder.

    Wat betreft de huisarts: Andere huisarts of rechtstreeks contract zoeken met andere hulpverlening. Mijn huisarts nam mij wel serieus. Ook mannen kunnen crashen.

  • Evelien Sinke says:

    Als ik jou was, zou ik erg teleurgesteld zijn in mijn huisarts. Die krijgen toch vaak genoeg te maken met psychische klachten en mensen die niet goed in hun vel zitten en het is zorgelijk dat ze dit niet serieus nemen of niet weten wat te doen.

    • Silvia says:

      Vind ik ook. Ik zou niet aarzelen die stap over te slaan en rechtstreeks naar een psycholoog of een ggz te gaan.
      Ik denk dat er inderdaad te weinig aandacht is voor de problemen van mannen en vooral jonge vaders. Werkende moeders krijgen zowat een standbeeld, en als ze minder gaan werken begrijpen we dat ook. Maar van een man wordt toch nog vaak verwacht dat hij de stoïcijnce financiële rots in de branding is. Een heel terecht stuk dus.

Charlie geeft regelmatig het woord aan mensen die - net als wij - geen blad voor de mond nemen.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen