Column

Mis.

Eén op vier zwangerschappen eindigt in een miskraam

Mis.

Eén op de vier zwangerschappen eindigt in een miskraam, lees ik.

Exact twee jaar geleden, bij mij. Ik was bijna drie maanden bezig als freelance journalist.

Het was van de eerste keer prijs geweest. Joepie. Zwanger.

Ik vertelde het snel tegen mijn zus, mijn moeder, mijn vader, mijn beste vriendin en mijn andere beste vriendin. Mijn moeder vertelde het verder, al was dat niet de bedoeling. Want ik was nog geen 12 weken ver. Maar ja, mijn moeder kan niet liegen. Dus toen haar vriendin vroeg waarom ze zo aan het glimlachen was, was het eruit geglipt. Daardoor kreeg ik felicitaties van mensen uit mijn geboortedorp die ik al vijftien jaar niet meer had gezien.

Bijna negen weken was ik die dag. En ik had ik twee interviews. In Gent en in Brussel. Ik herinner me die dag als één grote file. Op de heenweg. Op de terugweg. Op mijn binnenweg. Ik zat te vloeken, zoals gewoonlijk. Ik voelde mijn buik meermaals opspannen van de stress.

De vrouw die ik ’s avonds ging interviewen was ontzettend lief maar had een vreselijk schelle stem. Ik dacht nog: ik moet hier weg, dit kan niet goed zijn voor mijn ongeboren kind. Zo galmde het in mijn hoofd. Aan de lift hadden we het nog over kindjes krijgen. Ik zei dat ik er stilaan mee bezig was, terwijl ik er al een in mijn buik had. Maar ja, dat vertel je voor die veilige twaalf weken niet tegen jan en alleman.

Naar het ziekenhuis. Hij rijdt.
Jij huilt.

En tja. Kom je thuis. Stap je uit de auto en voel je iets in je onderbroek terwijl je niet in je broek hebt gedaan. Je gaat naar de wc. Je kijkt. Shit.

Vriend gebeld op de voetbal. Naar het ziekenhuis. Hij rijdt. Jij huilt.

‘Ja, dat is bloedverlies. De gynaecoloog is er nu niet. Maar je kan morgenvroeg terugkomen. We kunnen nu niks zeker zeggen.’

Toch weet je het dan al. Je lichaam voelt onmiddellijk anders. Weg borsten. De volgende dag is het officieel.

‘Dit is het vruchtje. Maar er is geen hartslag.’

Tot zover de eerste echo.

Nee, ik heb geen doktersbriefje nodig voor mijn werk. Ik ben zelfstandige. Ik moet typen.

Je moet kiezen. ‘Het’ thuis vanzelf laten komen of ‘het’ laten weghalen, maar dan kan er toch nog wat komen achteraf, en in ieder geval moet je terug voor controle. Ik dacht, laat het dan maar komen. Nee, ik heb geen doktersbriefje nodig voor mijn werk. Ik ben zelfstandige. Ik moet typen.

Ik heb twee dagen vanuit mijn bed gewerkt. Dat artikel moest af. Want ik was nog geen drie maanden bezig als freelancer. Dan kan je niet afzeggen. Krijg je misschien geen opdrachten meer.

Mijn vriend nam wel een dag vrij. Ik lag te typen terwijl hij naast me lag. Tussendoor moest ik vaak naar de wc.

Je stuurt je vriend om kraamverband. Je vloekt op hem en stuurt hem terug voor groter, dikker en beter.

Twee weken later denk je dat alles achter de rug is. Ligt er weer een interview vast. In Gent. Maar die ochtend blijkt het bloedverlies heviger dan de voorbije weken samen. Je stuurt je vriend om kraamverband. Je vloekt op hem en stuurt hem terug voor groter, dikker en beter. Je pakt je extra goed in. Gelukkig is het nog koud genoeg voor verhullende kleren. Het valt niet op. Je gaat. Omdat je denkt dat je niet anders kan.

Het gesprek is bij de geïnterviewde thuis. Na anderhalf uur ga je toch maar even naar de wc – dat wil je zelfs niet meemaken op je eigen wc. Je valt bijna flauw. Je vindt het onprofessioneel om je aan te stellen, je wil alleen maar dat interview afronden en je verontschuldigt je voor zoveel overlast. Ze geeft je een cola. Een echte. Met suiker. Je rept je naar huis. Uittypen in bed. Ze mailt. ‘Gaat het? Toch niet zwanger, zeker?’

Nee. Niet zwanger.

Een dag later ontstaat er onenigheid over een foto die al dan niet bij het stuk mag verschijnen en zo ja, hoe groot die dan mag staan. Uiteindelijk verschijnt het hele artikel niet.

En dan. Tja. Dan weet je hoe het voelt om een echte loser te zijn.

•••

(Het heeft bij mij lang geduurd vooraleer ik wilde praten over mijn miskraam. Zelfs tegen de mensen die het wisten. Ik haatte het als mensen kwamen zeggen dat ze ervan gehoord hadden. Zelfs al weet je dat veel zwangerschappen eindigen in een miskraam – één op vier, lees ik nu weer. Pas toen ik opnieuw zwanger was en toen een geïnterviewde het mij tijdens een interview off the record vertelde, dacht ik, als zij het mij, een journalist, durft te vertellen, waarom zou ik er dan niet over durven praten? F*** stoer zijn. Hoe dan ook. Ocharme dat bekende koppel.)

Schrijf je reactie

Als journalist weigert Ann-Marie Cordia al vijftien jaar lang te kiezen tussen de serieuze schrijfsels, de curieuze en de amoureuze. Ze schreef al voor Het Laatste Nieuws, NINA, Goedele en De Morgen, maar haar ziel blootleggen doet ze alleen op Charlie.

Colofon

Adres Redactie

Toko Space t.a.v. Charlie Magazine
Statiestraat 139
2600 Antwerpen